(N)iemandsland

Dit jaar vieren we het ganse jaar de verjaardag van het einde van de eerste wereldoorlog. Over het hele land zijn er evenementen die ons die geschiedenis wil doen laten blijven herinneren. Zo ook in Essen, waar VZW Kobie met Luc Stevens Producties een heus musicalspektakel op poten zette. Een productie van en voor de Essenaar.

Van en voor Essenaren

Het verhaal zet twee families centraal: de rijke familie Pelgrims en het werkmansgezin Van Loon. Als op een dag Pruisen de oorlog verklaart aan België, vluchten veel mensen via Essen naar het neutrale Nederland. Om die uittocht tegen te gaan, bezetten de Duitsers Essen en installeren ze ‘den doodendraad’. Een draad met 200 volt op, zodat niemand nog in of uit Essen kan. Voor de dorpsbewoners start een periode van overleven en een strijd tegen het onrecht. Het verhaal op zich is veelbelovend maar op de bühne komt het er toch niet helemaal uit. Op het podium staan 30 hoofdrolspelers en vijf keer zoveel figuranten. Dat zorgt ervoor dat de verhaallijnen onoverzichtelijk en weinig uitgediept zijn en dat de kern van de zaak wat verloren gaat.

Een kleine 300 Essenaars spelen voor Essen en ze doen dat met hart en ziel

Conceptueel is er op deze avant-première toch wat aan te merken. Zo wordt het geluid verdeeld over 6 boxen die vooraan, het zicht blokkerend op de eerste rijen, staan opgesteld. Het nadeel daarvan is dat je enkel het geluid hoort van de box die recht voor je staat en zo alles afgeplat wordt en allesbehalve ‘surround’ klinkt. De uiteindelijke mix, livestemmen en opgenomen koorpartijen is ook niet altijd even goed, waardoor veel tekst tijdens de liedjes ook verloren gaat. Als er dan ook nog eens microfoons tijdens een dialoog regelmatig de geest geven of overstuur gaan wordt het moeilijk om over top audiokwaliteit te spreken.

Over het lichtplan zou men zich ook dingen kunnen afvragen. Zo is het ontzettend vreemd dat een dialoog start als de speler in kwestie nog in het donker staat. Het is in de massascenes soms ook ontzettend moeilijk om te volgen als de dialoog van de ene naar de andere kant van het podium springt en je niet duidelijk ziet wie er nu juist aan het spreken is. Ook de scènewissels worden tot iets summier herleidt waardoor elke scène, die overigens wel goed opgebouwd is, begint uit het niets, zichzelf moet opzetten en dan heel het stuk weer laat stilvallen. Het duurde soms te lang voor er effectief weer iets gebeurde op het podium. Het gebrek aan underscore zal daar ook wel iets mee te maken hebben gehad.

Heel symbolisch wordt het als men met het slotnummer de liefde voor Essen bezingt en elke acteur, groot of klein, staat te stralen

Dat brengt ons naadloos bij de muziek. Alle muziek, uitgezonderd een ‘geleend’ stukje underscore van Spektakelmusical 14-18, is origineel geschreven. Dat verdient sowieso wel respect, al hangt het ‘thema’ doorheen de nummers niet samen en mist er uniformiteit in de stijl. Het zijn in alle geval geen nummers die blijven hangen en dat is jammer. Wat wel zeer positief is zijn de details waarmee het decor is opgebouwd en de kleding mee gemaakt is. Elke persoon die op de bühne komt, draagt een kostuum, recht uit die tijd. Het decor is zeer authentiek en af en toe passeert er eens een levensecht paard met ruiter of een ezel met kar. Om van de mooie authentieke wagen en moto maar te zwijgen. Een streling voor het oog.

Een kleine 300 Essenaars spelen voor Essen en ze doen dat met hart en ziel. Met ontzettend veel passie en plezier staat iedereen op de scene, daar kan je alleen maar blij van worden. Heel symbolisch wordt het als men met het slotnummer de liefde voor Essen bezingt en elke acteur, groot of klein, staat te stralen. Het publiek genoot en de acteurs genoten. Het mooiste moment van de avond. 

Door Lien Van Doorslaer

Foto’s: Lien Van Doorslaer