Celinde Schoenmaker
Wij ontmoeten Celinde Schoenmaker, een Nederlandse musicalactrice die momenteel furore maakt als Christine in The Phantom of the Opera. Celinde studeerde in Tilburg aan Fontys waar ze in 2012 Summa Cum Laude afstudeerde. Als kind speelde ze reeds mee in Oliver, Annie en Pinokkio. Na haar afstuderen maakte ze haar debuut op West End als Fantine in Les Miserables. Tussen de vele kledingstukken van Christine hadden wij een interessant gesprek over haar muzikaal avontuur in London.
Een zekere portie geluk
Een aantal jaar geleden lanceerde de media – plots – het bericht dat een jonge dame afkomstig van de – zoals wij het noemen – lage landen een hoofdrol toebedeeld kreeg in de West End versie van Les Miserables. Niet veel later maak je de overstap naar The Phantom of the Opera waar je de rol van Christine mag spelen. Hoe voelt dat?
Het voelt nogal onwaarschijnlijk aan. Het is zo dat ik reeds lange tijd overtuigd was dat ik piloot zou worden. Het was pas op 19-jarige leeftijd dat ik besloot om auditie te doen voor een conservatorium. Ik was dan ook heel enthousiast toen ik aangenomen werd. Als piloot zou ik vaak moeten reizen, plekken gaan ontdekken. En misschien is dat wel altijd blijven hangen. Ik vatte mijn opleiding aan het conservatorium aan met het idee dat ik in Engeland wilde wonen, werken, leven. Hoe ik het hier dan daadwerkelijk heb klaargespeeld (cf. audities organiseren, auditie doen), is mij een raadsel. Ik ben heel dankbaar dat ik een zekere portie geluk heb gekend. Hoe meer ik erover nadenk, hoe onwaarschijnlijker deze waanzinnige fase in mijn leven is.
Je vertelt over een portie geluk… Wat bedoel je daarmee?
Wel, dat is net heel moeilijk onder woorden te brengen. Ik wéét gewoon dat er heel veel geluk mee gepaard gaat. Elke acteur die het wil maken op West End, Broadway of Nederland werkt kei- en keihard. Hoe de auditie dan verloopt, wordt bepaald door je kwaliteiten, maar ook door een nodige dosis geluk. En het is net dat laatste dat je nooit kan voorspellen of controleren.
Dat maakt het net spannend, lijkt me. Maar hoe ben je uiteindelijk hier op West End terecht gekomen?
Mijn toenmalige docente Brigitte Odett (Fontys Tilburg) had gesproken met een casting director, waarbij ze mijn naam liet vallen als potentiële kandidate voor de rol van Fantine. Op dat moment was de musical Ghost uitgesteld, dus ik was op zoek naar een nieuwe uitdaging. Ik kreeg de kans om hier auditie te doen en dát was op zich al een grote stap. Want hier de kans krijgen, zonder een Engels diploma, is super.
En die kans heb je kunnen verzilveren…
Ja, zoals ik eerder al zei: “Onwaarschijnlijk”.
Ik vatte mijn opleiding aan het conservatorium aan met het idee dat ik in Engeland wilde wonen, werken, leven
Het lijkt allemaal wel snel gegaan. Hoe was het om hier je leven op te bouwen?
In het begin liep alles heel moeilijk; naast de materiële opbouw van zaken, moest ik me ook aanpassen aan de typische Engelse gewoontes. Uiteindelijk ben ik naar hier (London) gekomen met het idee dat het slechts tijdelijk was. In Nederland had ik een leven opgebouwd én had ik bovendien een toekomstig project vastgelegd: Love Story, dus ik wist dat ik zou terugkeren. Na een half jaar London, moest ik terugkeren naar Nederland en eigenlijk was dat met pijn in het hart. Ik was zo gewend geraakt aan het leven hier in London.
Maar dan kreeg je na Love Story een nieuwe Les Miserables aanbieding.
Ja, en dat was het keerpunt in mijn carrière. Ik was zo blij dat ik hier opnieuw aan de slag kon en ik begon vol enthousiasme mijn leven hier op te bouwen. Echter de tweede keer dat ik in Les Miserables speelde, kende ik de rol en het stuk al, dus het was minder ‘wauw’. Maar dat gaf mij de kans om hier uit te kijken naar de toekomst. Ik vroeg me af of ik hier een andere rol dan Fantine zou kunnen spelen.
En toen kwam plots de rol van Christine (Phantom of the Opera) op je pad.
Opnieuw kreeg ik hier een mooie kans. Een kans die ik met beide handen moest grijpen. Ik kreeg de rol toebedeeld en toen pas wist ik het: “Ik blijf in London”. Maar nog steeds heb ik ‘schrik’ voor wat hierna zal komen.
Welke schrik?
Ik stel me vaak de vraag wat de toekomst mij zal brengen. En misschien is dat wel eigen aan de business. Al denk ik dat deze schrik ook wel goed is, zodat je nooit de kans krijgt om lui te worden. Ik ben me er maar al te goed van bewust dat hier heel wat talent rondloopt. Dit brengt dan uiteraard heel wat gelukzaligheid met zich mee: “Ik mag die rol spelen”, maar ook heel wat bezorgdheid: “Zal er nog plaats zijn voor mij na deze rol?”. Ik vond het ook belangrijk om meerdere rollen te spelen hier in London. Zo kon en kan ik mij vestigen als actrice en weet men dat ik verschillende rollen aan kan. Dit kan perspectieven bieden naar de toekomst toe.
In Nederland heerst momenteel een discussie over wat een musical is en wat niet, alsof men het mooie musicalgenre in hokjes wil verdelen
Is er een groot verschil tussen spelen in Nederland en London?
Elke acteur, Nederlands, Vlaams of Engels, speelt steeds de pannen van het dak, daar is geen verschil op te merken. Er ligt wel een verschil in de perceptie van musical. In Nederland heerst momenteel een discussie over wat een musical is en wat niet, alsof men het mooie musicalgenre in hokjes wil verdelen. Van deze discussie is hier in London geen sprake. Musical is hier in Engeland een heel oud vak en hier ben je een acteur die zingt. En iedere acteur kan de kans krijgen om in een musical te spelen. Hier veroordelen we niet omdat je in een musical speelt en hier krijg je nog andere kansen – buiten musical – als je in een musical hebt gespeeld.
Dus vooral een mentaliteitsverschil?
Klopt. Hier denken we minder in hokjes. Je wordt niet aanzien als musicalacteur, het is een pluspunt dat je kan zingen, maar je blijft een acteur. Zo heb ik bijvoorbeeld ook vaak filmaudities. Dat maakt het voor een acteur ook boeiend, dat we van verschillende genres kunnen proeven. Het houdt ons wakker om voortdurend na te denken over hoe we acteren, hoe we ons presenteren.
The Phantom of the Opera heeft in september zijn dertigste verjaardag gevierd met een gala performance. Fantastisch om daar aan deel te nemen, veronderstel ik?
Ik was bloednerveus, maar het was een mega-ervaring. Backstage heerste er een gezonde gespannen sfeer. Het deed er echter geen goed aan toen de castleden onderling begonnen te vertellen wie er allemaal in de zaal zat. Ik wilde eigenlijk niet weten welke musical beroemdheden in de zaal zaten, want de zenuwmeter zou té hoog de lucht inschieten. Uiteindelijk – bij de begintonen van de show – maakten de gierende zenuwen plaats voor ongelofelijk veel zin en was het vanaf dat moment enkel nog amusement. Na het applaus van ‘Think of Me’ voelde ik me enorm gesteund en groeide het enthousiasme met de minuut. Het gala optreden was een extraatje van de fantastische avond. Jammer genoeg bleef het bij die ene avond, al is dit een herinnering om nooit te vergeten.
Hoe is het om in zo’n langlopende productie terecht te komen?
Je zou denken dat je in een fabriek terecht komt, waar alles steeds hetzelfde moet zijn en waar er nauwelijks ruimte is voor eigen invulling. Eigenlijk is dat helemaal niet het geval. Bijvoorbeeld onze volgspotters moeten steeds geconcentreerd zijn. Als ik tijdens een scène aanvoel dat het op dat bepaalde moment beter is om naar achter te lopen, dan kan ik dat gewoon doen. Uiteraard rekening houdend met bepaalde afspraken. Zo krijg ik het gevoel dat ze me heel erg vrijlaten om deze rol te spelen.
Ik was degene die gefocust was op de belt-rollen. Pas later kwam ik er achter dat ik ook wel enige affiniteit had met klassiekere stukken
De rol van Christine is eten en drinken voor een acteur. Of vergis ik mij?
Voor mij is deze rol een prachtig cadeau, want ze maakt een heel interessante evolutie door. Met deze rol kan ik écht een verhaal vertellen. Ik heb de show in mijn klauwen, door middel van mijn personage.
Je klinkt gefascineerd door de rol. Stond die op je verlanglijstje?
Ik had nooit gedacht dat ik deze rol zou spelen. Ook op school spendeerde ik geen aandacht aan haar. En als ik dan eens een nummer van haar moest zingen, zong ik dit steeds een beetje lacherig. Ik zou de rol tenslotte nooit spelen, dat werd ook bevestigd door mijn toenmalige klasgenoten. Ik was degene die gefocust was op de belt-rollen. Pas later kwam ik er achter dat ik ook wel enige affiniteit had met klassiekere stukken. Toen ik de rol kreeg, besefte ik dat ik die onbewust wel op mijn verlanglijst had staan. En bovendien is het heerlijk dat ik die verschillende kostuums avond na avond mag aan doen (een meisjesdroom)!
De belangrijkste tegenspeler van Christine is – uiteraard – The Phantom. Hier in London speelt een productie lang, dus er zijn al heel wat Phantoms de revue gepasseerd. Hoe is het om met verschillende acteurs te spelen?
Celinde speelde reeds met Ben Forster, Scott Davies en John Owen Jones.
De mannen die Phantom spelen, worden steeds gecast door hun enorme charisma. Zij durven heel veel ruimte in te nemen, anders dan de gemiddelde Nederlandse acteur. Daarnaast hebben ze een geweldige stem en kunnen ze met een beweging, één blik, de volledige zaal in hun macht houden. Spelen met John Owen Jones (speelde de rol al reeds 2000 keer) was voor mij een echte leerschool. Hij betoverde mij ook letterlijk met zijn hemelse stem. Scott Davies is wat mij betreft een ‘old school Phantom’, hij speelt de rol al langer dan tien jaar, nu als cover (gekend als alternate). Tenslotte Ben Forster, hem kan ik omschrijven als een panter, een mooie man, heel ‘classy’. Hij heeft een heel ander stemgeluid dan de andere heren: eerder een pop-rock sound.
Ik speel nog tot september, maar voel dat het dan nodig tijd wordt om afscheid te nemen van deze rol
Heel diverse Phantoms, als ik het zo hoor.
Voor mij is het heel leuk om de rol met zo’n verschillende types te spelen. Het verplicht je iedere keer opnieuw om de rol niet op automatische piloot te spelen.
Met welk soort Phantom speel je het liefst?
De laatste jaren bestaat de trend om de Phantoms moderner te maken met een pop/ rock- sound. Eerder waren Phantoms vooral klassiek.
Dat is een heel moeilijke keuze, omdat die diversiteit de show in leven houdt. Persoonlijk hou ik van al hun stijlen. Als ik twee weken lang met een klassieke Phantom speel ben ik aangenaam verrast als er plots een pop-phantom met mij zingt. Omgekeerd ook. En uiteindelijk is de grens tussen dat klassieke en pop/rock heel dun (zo zingt John Owen Jones voornamelijk klassiek en kleurt hij soms naar rock). Zoals ik eerder zei, het hokjes denken hebben we hier niet en dat uit zich ook op die manier. Het belangrijkste bij een Phantom is voor mij dat ik (als Christine) zijn stem kan begrijpen.
Hoelang speel je de rol van Christine nog?
Ik speel deze rol nog tot 5 september 2017. Verlenging is altijd mogelijk, maar ik voel dat het dan nodig tijd wordt om afscheid te nemen van deze rol. Een nieuwe uitdaging is altijd welkom.
Mijn verlangen is echter om een rol te kunnen creëren, net zoals Ghost een aantal jaar geleden hier in London
Ben je op dit moment aan het auditeren?
Op dit moment is het nog kalm. Ik wacht rustig af tot een kans zich aanbiedt. Het is zo dat men hier in London heel laat op de show audities organiseren. Vermoedelijk kan ik pas vanaf februari of maart 2017 opzoek naar audities.
Wat staat er nog op je verlanglijst om te spelen?
Ik zou graag een rol spelen, tegenovergesteld van Christine. Om de afwisseling levendig te houden. Een specifieke rol heb ik niet. Mijn verlangen is echter om een rol te kunnen creëren, net zoals Ghost een aantal jaar geleden hier in London. Het is dus wachten op een nieuwe productie…
En wachten op de kans om auditie te doen! Wij duimen alvast.
Dankjewel!
Celinde speelt nog tot 5 september 2017 de rol van Christine in Phantom Of the Opera in Her Majesty’s Theatre te London. Speeldata zijn te vinden op haar website: www.celindeschoenmaker.nl.
Door Jonas Jacques
Foto’s: Johan Perrson