Catch Me If You Can
Elk jaar rond deze periode, bij de voorstellingen van de verschillende kunstacademies in België en Nederland valt wel eens de vraag waar al deze jonge mensen, waarvan er heel veel barsten van talent, ooit op scène gaan staan. Hangt hun toekomst in dit vak enkel van hun talent af, of spelen er ook andere factoren mee? Het is in ieder geval geruststellend dat de academies een goede ingangsselectie maken en in de loop van de opleiding correct verder selecteren. Want ook al wordt er al eens verbaasd gekeken dat iemand die je eigenlijk wel goed vond wordt geadviseerd om de opleiding te stoppen, dat advies blijkt zelden een vergissing.
Totaalprestatie
Vandaag zien we de derde- en vierdejaars van het Koninklijk Conservatorium Brussel op scène. De eerste- en tweedejaars werken o.a. mee met de techniek, en alles wat er achter scène gebeurt. Met Catch Me If You Can hebben ze een topproductie onder handen genomen en het was reppen voor een ticket, want die waren op een oogwenk de deur uit.
Een hilarische productie waar op elk niveau keihard aan gewerkt is
Het verhaal is waar gebeurd. Frank William Abagnale (geboren in New York 1948) was in de jaren ’60 actief als meesteroplichter. Hij liep in 1964 van huis weg na de scheiding van zijn ouders en had al snel een drastisch tekort aan geld. De creatieve oplossing die hij daarvoor vond was het begin van een vijf jaar durend avontuur waarbij de man zelf cheques maakte die hij, uiteraard ongedekt, verzilverde in niet minder dan 25 landen. Dat kon omdat hij zich uitgaf voor piloot en zo kosteloos kon meevliegen met diverse luchtvaartmaatschappijen. Later gaf hij zich ook nog uit als kinderarts. Bedenk dat hij toen amper 20 jaar oud was, iedereen om de tuin kon leiden en toch uit de handen van de politie kon blijven. Tot hij uiteindelijk werd opgepakt in Frankrijk en uitgeleverd aan de Verenigde Staten waar hij bijna 4 jaar van een gevangenisstraf van 12 jaar heeft uitgezeten. Hij is tegenwoordig baas van ‘Abagnale & Associates’, een adviesbureau tegen fraude. Met het geld die hij er mee verdient heeft hij alle schulden uit het verleden ongedaan gemaakt en fortuin gemaakt. Steven Spielberg verfilmde Frank’s belevenissen in 2002 naar Catch Me If You Can met Leonardo DiCaprio in de hoofdrol.
Afhankelijk van de voldaanheid van persoonlijke verwachtingen, wordt door het publiek geoordeeld of een voorstelling al dan niet heeft kunnen behagen. De rest zijn algemene voorwaarden die in acht moeten worden genomen om aan de regels van de kunst te voldoen. Belangrijk voor het publiek is uiteindelijk, dat ze ofwel het verwachte gevoel erop na houden, of, dat ze alsnog aangenaam verrast zijn. Wel, hier zijn ze er wonderwel in geslaagd beide voor elkaar te krijgen. Een hilarische productie waar op elk niveau keihard aan gewerkt is. Zowaar een vrijwel foutloze voorstelling brengen met een oneindig aantal (vlotte) kostuum- en decorwissels, een vlijmscherpe timing, verbazingwekkende tekstkennis en sterke dans én acteerprestaties. Er is een zichtbare groei in de laatste maanden gerealiseerd en de meesten hebben nog een flink stuk potentieel. Enkel in de zang is dat niet bij iedereen zo te horen en dat moet gezegd. Er is eerder wat stagnatie vast te stellen met hier en daar een uitzondering. Dus toch nog een beetje werk aan de winkel wat dat betreft, alhoewel dat geen afbraak mag doen aan de totaalprestatie van deze productie. Dat zou niet fair zijn.
Zelfvertrouwen is hier wel op zijn plaats, want er staat hier een groep jonge mensen meer dan goed te presteren
Wat opvalt en een zeer goede zaak is, is het feit dat de studenten ook voor licht, volgspot, stage hands enz moeten zorgen. Goed voor later op de werkvloer om te weten dat elk stukje van de puzzel belangrijk is om een goed resultaat neer te zetten. Wederzijds respect maakt goede samenwerkingen. Dus evengoed een pluim voor de studenten naast de scène met speciale vermelding aan de twee volgspotters. Felicitaties voor de creatives, van wie tijdens de voorstelling muzikale duizendpoot Pietro Ramman op scène aanwezig is achter een vleugelpiano, min of meer subtiel geïntegreerd in het decor. Deze productie enkel met piano begeleiden, en op zo een manier, is respect afdwingend vakmanschap. Knappe regie die de studenten zonder uitzondering laat schitteren. De choreografieën zijn leuk en gevarieerd, wat ze ook boeiend maakt, maar hier en daar toch een beetje meer afwerking van de dansers verdient.
Het is niet de bedoeling om op academievoorstellingen gericht namen te noemen om de andere studenten niet het gevoel te geven dat zij niet goed zouden zijn, wat in deze fase van hun opleiding eigenlijk al niet meer kan. Zelfvertrouwen is hier wel op zijn plaats, want er staat hier een groep jonge mensen meer dan goed te presteren. Maar het zou zonde zijn om Aaron De Veene en Wout Sels niet persoonlijk te eren voor wat ze in deze productie brengen. Een onwaarschijnlijk duo, zingen ze op het einde. Een understatement wat ons betreft.
Door Jean-Paul De Corte
Foto’s: Stein van der Looij